een dubbeltje op zijn kant


een dubbeltje op zijn kant 1.0

((vooral) in Nederland)

onzeker of iets gaat lukken
Komt voor in combinatie met een koppelwerkwoord als zijn, worden, blijken of blijven.

Algemene voorbeelden


Een directie-woordvoerder zei in onze krant van vrijdag 10 maart dat het uiteindelijk een dubbeltje op z'n kant was. Er zou 'zorgvuldig gewikt en gewogen' zijn en na inventarisatie van alle voor- en nadelen van beide locaties zouden de rekensommen erg dicht bij elkaar in de buurt zijn gekomen. Dat voor Delft werd gekozen zou alles te maken hebben met de situering.

Meppeler Courant,

Beljavski was met voordeel uit de opening gekomen en als hij zou winnen, zou het een dubbeltje op zijn kant zijn.

NRC,

Leveren de parlementsverkiezingen vandaag in Australië een zesde opeenvolgende termijn op voor de Labourpartij van premier Paul Keating? Of wint de Liberaal-Nationale oppositie van John Howard de slag met haar slogan "Genoeg is genoeg"? Het wordt een dubbeltje op z'n kant, met de oppositie in het voordeel.

De Standaard,

Actievoerder Jan van Reuselt uit Maasmechelen ging afgelopen voorjaar opnieuw in beroep, maar waakt voor optimisme. 'Het wordt een dubbeltje op zijn kant.'

De Limburger,